We leerden deze week de eigenschappen van de vierhoeken.
Het trapezium, het parallellogram, de ruit, de rechthoek en het vierkant hebben niet veel geheimen meer voor ons.
Tijdens deze les oefenden we de eigenschappen in kleine groepjes.
We maakten één van de vierhoeken door een elastiekje te spannen op een spijkerbord of legden ze met rietjes, satéprikkers of tandenstokers. Onze buur legde dan alle bijpassende eigenschappen en de best passende naam bij de figuur.
We knipten de figuren uit een ruitjesblad en duidden vervolgens alle eigenschappen aan op het blad.
Wat een karwei!
Quiz't-et!
Mag ik tegen een vierkant ook rechthoek zeggen?
Is een ruit ook een vierkant? Of is een vierkant ook een ruit?
Het parallellogram en de rechthoek hebben één eigenschap verschil. De welke?
Zoveel moeilijk vragen om over na te denken...
Tenslotte tekenden we enkele vierhoeken in onze schrift.
Teken een rechthoek dat geen vierkant is.
Teken een vierhoek met twee paar evenwijdige zijden, maar geen vier gelijke hoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten