Proeven van proefjes

Met veel gezucht en gemor begonnen we vandaag aan een nieuw werothema.

Wat deed dat pijn aan mijn arme hartje...

Ik beloofde dat het een leuke les zou worden.

En dat werd het ook!

We mochten enkele experimenten uitvoeren.

Helaas had ik mijn handen vol en vergat ik om van elk experiment een foto te nemen.

Het eerste experiment deden we samen.

We namen een fles en spande er een ballon over.

 Toen we de fles in de emmer met warm water zette gebeurde er eerst niet veel...

 Maar toen...  FLOEP!  sprong het ballonnetje op!

Hebba vond het gewéldig!  Dit is magie!

Amine wist ons te vertellen dat de lucht die in de fles zat opwarmde door het warme water.

Warme lucht is lichter dan koude lucht, dus de opgewarmde lucht steeg tot in de ballon.

Experiment 2: De kracht van lucht

We legden een doosje op een lege ballon.  Toen we de ballon opbliezen viel het bakje om.

De kracht van lucht wordt voor vele machines ook gebruikt.  Kijk je nog eens naar het filmpje?

Experiment 3: Het vlammetje dooft

Vuur heeft zuurstof nodig.  Wanneer je het opsluit door er een glas over te zetten, zal het vlammetje doven als alle zuurstof opgebrand is.

Experiment 4: Het hete draadje

Warmte wordt door de ene stof beter doorgegeven dan door de andere.
Bij metaal lukt dat heel goed.  Het ijzerdraadje voelt op het einde warm aan.
Dat kan goed zijn, maar soms ook niet.
Kijk maar in de keuken.  Een pan met een metalen steel is niet zo handig, maar een houten pollepel wel!

Experiment 5: Glas slaat aan

In de lucht zit niet alleen zuurstof maar ook water.  Dat water kunnen we niet zien.
Tenzij de lucht afkoelt, zoals tegen een koud glas.  Dan slaat dat aan aan de buitenkant, zoals koude ruiten na een koude nacht.

Experiment 6: Klevende ijsblokjes

 

Als je koude handen hebt dan warm je ze op door ze tegen elkaar te wrijven.
Ijsblokjes zijn koud.
Als je ze tegen elkaar wrijft worden ze warmer.
Stop met wrijven en ze worden terug ijskoud.  Ze vriezen aan elkaar vast.

Experiment 7: Ballon in fles

We probeerden een ballon die in een fles zat op te blazen.

Je kunt echter geen lucht brengen in een ruimte waar al veel lucht in is.
Die lucht moet er eerst uit, anders kan er geen meer bij.